Zoeken

De beschikbaarheid van de architect voor de bouwheer

Home  /  Knowledge sharing  /  Blog  /  De beschikbaarheid van de architect voor de bouwheer

De beschikbaarheid van de architect voor de bouwheer

In een arrest van 12 mei 2023 diende het Hof van Cassatie zich te buigen over de beslissing van de Raad van Beroep van de Orde van Architecten van 15 december 2020 aangaande de inschrijving van een deeltijds zelfstandig architect op de tabel van de Orde van Architecten.

Er ging reeds een lange reeks van tuchtrechtelijke beslissingen vooraf aan deze zaak. Aan de basis van het geschil lag evenwel een persoon die als technisch tekenaar voltijds was ingeschreven als werknemer en dit wenste te combineren met een deeltijdse activiteit als zelfstandig architect. Bijgevolg diende deze persoon zich als deeltijds zelfstandig architect in te schrijven op de tabel van de Orde van Architecten, wat bij de Orde van Architecten deontologische vragen deed rijzen.

Onverenigbaarheid tussen beroep architect en aannemer?

Vooreerst was er de vraag of er geen sprake was van onverenigbaarheid tussen het beroep van architect en aannemer. De Raad van Beroep oordeelde echter in haar beslissing van 15 december 2020 dat de werkgever in kwestie niet gekwalificeerd kon worden als aannemer in de zin van artikel 6 van de wet van 20 februari 1939 (op de bescherming van de titel en van het beroep van architect). De werkgever betreft een bedrijf dat gespecialiseerd is in het fabriceren van prefab betonelementen.

Daarnaast blijkt uit verschillende deontologische bepalingen, en met name artikel 21, lid 1 van het Reglement van Beroepsplichten, dat de opdracht van de architect ook altijd controle op de uitvoering van de werken inhoudt en dat dit een grote mate van beschikbaarheid van de architect ten aanzien van zijn bouwheer impliceert. 

Uiteindelijk besliste de Raad van Beroep in haar beslissing van 15 december 2020 geen uitspraak te moeten of kunnen doen over de al dan niet beschikbaarheid van de deeltijds actieve architect voor zijn bouwheer. De Raad van Beroep was van oordeel dat de betwisting daarop geen betrekking had. De Raad meende immers enkel te moeten oordelen over de al dan niet onverenigbaarheid. De Raad van Beroep was bovendien ook van mening dat er geen elementen voorlagen dat de deeltijdse actieve architect in kwestie niet aan deze deontologische verplichtingen zou kunnen voldoen.

Beschikbaarheid architect voor bouwheer: noodzakelijk of niet?

De Nationale Raad van de Orde van Architecten tekende evenwel cassatieberoep aan tegen deze beslissing van de Raad van Beroep. Daarbij argumenteerde de Nationale Raad onder meer dat de beschikbaarheid van de architect voor de bouwheer niet alleen een deontologische verplichting is, maar ook een noodzakelijke voorwaarde om het beroep van architect uit te oefenen. Volgens de Orde van Architecten dient er bijgevolg bij de inschrijving van een (deeltijds) zelfstandig architect wel degelijk een onderzoek gedaan te worden naar de mogelijke beschikbaarheid voor de bouwheer en behoort dit onder de bevoegdheid van de raden van de Orde van Architecten.

In haar arrest van 12 mei 2023 verwerpt het Hof van Cassatie dit beroep evenwel. Het Hof van Cassatie is immers van oordeel dat het onderzoek naar de beschikbaarheid van de bouwheer geen deel uitmaakt van de beoordeling tot inschrijving van een deeltijds zelfstandige architect. 

De raden van de Orde van Architecten kunnen volgens het Hof van Cassatie een inschrijving als zelfstandig architect enkel weigeren:

(I) op grond van niet-naleving van de voorwaarden inzake diploma

(II) op grond van het bestaan van een onverenigbaarheid in hoofde van de aanvrager of

(III) op grond van zijn onwaardigheid of onbekwaamheid om het beroep van architect uit te oefenen. 


Zij kunnen een aanvraag tot inschrijving echter niet weigeren op grond van redenen die verband houden met de wijze waarop de aanvrager van plan is de nakoming van de deontologische verplichtingen in de toekomst te verzekeren.

Besluit 

Het Hof van Cassatie heeft aldus besloten dat de appreciatiebevoegdheid van de Orde van Architecten met betrekking tot de inschrijving als zelfstandig beperkt is. Alleszins zijn de beschikbaarheid voor de bouwheer of de manier waarop de aanvrager voornemens is andere deontologische verplichtingen in de toekomst te verzekeren, geen redenen om een inschrijving te weigeren. Met dit laatste punt is het Hof van Cassatie haar arrest in overeenstemming met andere uitspraken over andere vrije beroepen zoals advocaten en apothekers.

Hoewel het Hof van Cassatie in deze zaak zelf geen uitspraak doet over de onverenigbaarheid als zodanig, kunnen de voorgaande tuchtrechtelijke beslissingen wel bedenkingen oproepen over een mogelijke soepelere interpretatie over de onverenigbaarheid tussen aannemer en architect.

Contacteer ons

Indien u als architect of bouwactor verdere deontologische of tuchtrechtelijke vragen heeft, kan ons kantoor u hierin bijstaan.

Contacteer ons via info@legaloffice.be

Klik hieronder op de foto's van de auteurs Kristof Uytterhoeven en Michel Fransen om hun andere artikels te lezen:

Kristof Uytterhoeven   Michel Fransen